De fractie van GroenLinks ziet graag dat wij als proef, mensen met een uitkering de gelegenheid bieden, om tot € 200 per maand bij te verdienen. Gemeente Amsterdam heeft hier positieve ervaringen mee. Het college vindt dit een goed initiatief en de moeite waard om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn binnen de vastgestelde kaders van de participatiewet.
Wie bovenop de uitkering mag bijverdienen, maakt meer kans om uit de bijstand te komen. De kans om uit te stromen naar een baan blijkt zelfs meer dan twee keer zo groot. De gemeente gaat er zelfs financieel op vooruit als het bijverdienen wordt toegestaan. Gedurende de proef in Amsterdam was de gemeente 4,6 miljoen euro kwijt aan kosten. Daar stond 5,9 miljoen euro tegenover van uitkeringen die stopgezet konden worden. In Uden is het College bereid om ook een pilot op te starten met mensen in de bijstand. Dit werd tijdens de begrotingsraad aan GroenLinks Uden toegezegd.
Twee keer zo grote uitstroom...
Bijverdienen in de bijstand leidt tot een meer dan twee keer zo grote uitstroom uit de bijstand. Opmerkelijk genoeg vooral van 50-plussers. Dat blijkt uit een tussenevaluatie van het ‘Amsterdams experiment met de Bijstand’.
Het experiment is in 2018 van start gegaan. Ongeveer 5.000 mensen op een totaal van 40.000 bijstandsgerechtigden doet hieraan mee. In de proef mogen mensen in de bijstand met behoud van hun uitkering betaald parttime werk verrichten, met als beloning een netto uitkering (‘premie’) van maximaal 200 euro per maand. Zo wil het college ‘inzicht krijgen in welke begeleiding van de Amsterdamse bijstandsgerechtigden vaker leidt tot het vinden van werk, het vergroten van de zelfredzaamheid, het doen van vrijwilligerswerk, maar vooral ook het welbevinden van de Amsterdammer’. Een van de initiatiefnemers van deze aanpak was wethouder Groot Wassink (GroenLinks), toen deze nog raadslid was. Het experiment loopt tot 2022. Er is nu halverwege een tussenevaluatie gemaakt, schrijft de wethouder aan de gemeenteraad.
Hogere uitstroom bij 50-plussers
Er staan enkele opmerkelijke bevindingen in de tussenevaluatie. Positief is de conclusie dat de uitstroom uit de bijstand onder de deelnemers van het experiment hoger is dan onder de andere bijstandsgerechtigden. ‘De uitstroom naar werk ligt bij de deelnemers die in 2018 zijn gestart op 18 procent en bij een vergelijkbare groep niet-deelnemers op 8 procent.’ Met als bijzonderheid dat het vooral gaat om mensen ouder dan 50 jaar en die langer dan 2 jaar de uitkering hebben. ‘Gewoonlijk een groep die minder kans heeft uit te stromen.’ Ook positief is de conclusie dat het experiment zichzelf betaalt. ‘Per saldo maken de lagere bijstandslasten minimaal de premiebetaling van 4,6 miljoen euro goed.’
Zelfregie of extra aandacht: geen verschil
Onderdeel van het experiment is ook om te zien of extra begeleiding van bijstandsgerechtigden door klantmanagers positief uitwerkt op de uitstroom naar werk, of niet. Wat blijkt? Er is geen verschil, aldus de tussenevaluatie. ‘Er kunnen (nog) geen significante verschillen worden gerapporteerd tussen de drie vormen van begeleiding: zelfregie, extra aandacht en vergelijkingsgroep (standaard begeleiding).’ Ook opvallend is dat ongeveer de helft van de parttime-werkenden in de bijstand zich niet heeft opgegeven voor het experiment. ‘Dat is opvallend omdat parttime werkenden direct financieel baat zouden hebben van deelname.’